Net na 2010 raakte Het Nieuwe Werken in zwang. Niet meer steeds op dezelfde plek op kantoor aan de slag gaan, maar op een flexplek op kantoor, je thuiswerkplek of een kantoor met coworking-ruimtes die met andere werknemers of bedrijven worden gedeeld.

In een onderzoek door en onder studenten, ‘Het Nieuwe Werken volgens generatie Y’, gaf de nieuwe generatie werknemers toen al aan vrijheid en verantwoordelijkheid te willen. “Voor mij is het belangrijkste dat ik met plezier naar mijn werk kan blijven gaan en dat ik mezelf kan blijven ontwikkelen. De medewerker moet centraal staan”, zo schreef een student destijds.

Ook vond het overgrote deel van de studenten sociale contacten in hun toekomstige baan erg belangrijk en vonden de studenten transparantie op de werkvloer noodzakelijk. Hoe je ook op afstand werkt, op de hoogte zijn van wat er in je organisatie speelt blijft dus topprioriteit.

Inmiddels kijken we misschien weer iets nuchterder naar Het Nieuwe Werken, maar we zijn er niet direct minder om gaan thuiswerken. Volgens het rapport “ICT, kennis en economie” van het CBS van afgelopen jaar, ondersteunde 78 procent van de bedrijven het concept van ’telewerken’. Zeker een derde van alle werkzame personen deed dat ook geregeld. We zien wel dat we nu pas echt ontdekken hoe we die nieuwe werkvormen ook echt werkbaar maken en van op-afstand-werken ook een productieve oplossing maken.

Communicatie gaat voor techniek

“Het Nieuwe Werken was destijds natuurlijk vaak een bezuinigingsmaatregel die niet doorleefd werd in de hele organisatie”, zegt ondernemer Kiki Thiessen-Bakker. “Dan moesten we allemaal in een kantoortuin gaan werken en vooral flexibel veel van plek wisselen, behalve de baas.” Ze ziet nu wel een omslag in het denken over flex- en thuiswerken en andere nieuwe vormen van werk.

“Wat nodig is, is dat je gaat kijken naar: wat hebben mijn mensen nodig om thuis te werken?” Thiessen-Bakker begeleidt meetings voor bedrijven en heeft een vergaderruimte in Maastricht waar organisaties in een huiselijke sfeer aan hun doelen kunnen werken. “Hoe werken mijn mensen het beste? Dat moet het uitgangspunt zijn”, zo zegt ze. “Vroeger werd het cultuuraspect juist als eindpunt gezien, het sluitstuk van een verandering. Dan begonnen we eerst met zaken zoals laptops uitdelen en internetverbindingen regelen.”

Wat Thiessen-Bakker betreft is de belangrijkste verandering die we in nieuwe werkvormen zien dan ook dat we de zaken omdraaien. Niet eerst technisch faciliteren, maar investeren in het menselijke aspect. Anders loopt het al gauw mis en zijn alle mogelijkheden er wel, maar verloopt de communicatie op afstand niet goed. Volgens haar heeft het geen zin om dan pas het gesprek aan te gaan met je mensen.

“Te vaak belt de baas je pas op als het misgaat.” Als je gaat kijken naar hoe werknemers communiceren op het moment dat de echte deadlines er zijn, of als er een conflict is, dan kom je alleen maar meer met elkaar in conflict. “Je baas moet jou juist al eerder kennen als persoon, dan kun je later snel schakelen.”

Anders communiceren vergt ook andere skills

E-mailcommunicatie is nog overal aanwezig, maar is ook een duidelijk voorbeeld van waar het kan misgaan. “Heel veel managers zijn niet gewend aan videobellen”, illustreert Thiessen-Bakker. “Die zijn dus nog altijd aan het e-mailen, terwijl de nieuwe generatie werknemers veel vaker videobelt of een voice-berichtje stuurt."

Nieuwe communicatiemiddelen vragen ook om nieuwe skills. Wanneer je niet eerst de menselijke kant bekijkt, merk je dat op afstand communiceren ineens heel lastig is. Je moet echt leren op welke manier je naar iemand moet luisteren, of hoe je een appje leest.


Lees meer over slim werken:


Twee dilemma’s

Organisaties die hun werknemers graag op een nieuwe, flexibele manier willen laten werken lopen tegen twee dilemma’s aan. Ten eerste moet er vaak een keuze worden gemaakt tussen een hippe ‘coworking’-ruimte of het ouderwetse kantoor. De nieuwe generatie voelt zich vaak niet thuis onder een systeemplafond, terwijl de anderen lastig uit de voeten kunnen met een ruimte vol losse zitjes en bureautjes.

En als je die twee groepen binnen je bedrijf hebt, gaan die mensen vaak van nature elkaar uit de weg. Het kan wel goed gaan, stelt Kiki Thiessen-Bakker, “als je de menselijke kant kunt overbruggen en je de relaties goed managet”.

Het tweede dilemma komt naar boven als mensen daadwerkelijk gaan thuiswerken. Op kantoren hebben we over de afgelopen decennia allemaal arbeidsnormen vastgelegd, maar thuis hebben we die vaak niet. Ook in een coworking space gaat sfeervol werken boven inrichting volgens de arbo. “Geen probleem”, volgens Thiessen-Bakker, “als het maar voor een paar uurtjes is.”

Wordt het structureler, dan sta je voor de uitdaging om ook ergens anders gezond te werken. “Daar komt ook eigen verantwoordelijkheid bij kijken, dat je weet wat er nodig is en je zelf voor een goede werkplek zorgt.”

Die nieuwe generatie werknemers is overigens niet hetzelfde als de jongere generatie, maar het gaat om werknemers met een nieuwe mindset. Die werknemers willen ook vaker graag op afstand bellen of in een coworking space terecht kunnen.

Vier trends voor je nieuwe werkplek

Voor de werkplekken waar we dan neerstrijken ziet Thiessen-Bakker een viertal trends. Die hebben ook weer invloed op waar we dan precies gaan werken. Deze vier ontwikkelingen gaan we zien:

Groen: Kantoren worden veel groener. Niet alleen wat betreft de energietransitie, maar we gaan letterlijk meer groen in de kantoren zien. Meer planten die de lucht in het kantoor zuiveren en die het gevoel bij het werk aangenamer maken. Uit een eerder onderzoek bleek dat zelfs alleen al behang met planten de werknemers goed deed, zo vertelt Thiessen-Bakker.

Sfeer: We gaan meer op sfeer inrichten. Niet meer alleen een kantoortuin met rijen bureaus, maar een plek die een bepaald gevoel oproept. Corporates kopiëren daarin het gevoel van de broedplaatsen en coworking-ruimtes. Zij zullen vaker een ruimte in zo’n coworking space huren voor een deel van hun werknemers, of het eigen kantoor ombouwen. “Die markt kan alleen nog maar groter worden.”

Community: Mensen willen graag in een gebouw werken waar ze met gelijkgestemden zitten. “En dat zijn niet altijd je directe collega’s. Dat is een belangrijk inzicht. Die gelijkgestemden vinden werknemer dus niet altijd in hun eigen bedrijf.” Dat zorgt er voor dat mensen meer hun eigen community opzoeken, ook buiten de organisatie. Ook dat vraagt om plekken waar mensen samen kunnen komen om te werken.

Uniek: “Wat is het extra dat jouw coworking space biedt?”, moet je je als aanbieder nu afvragen. Als voorbeeld noemt Thiessen-Bakker de werkplekken van Hashtag Workmode. Daar zijn flexibele werkplekken, speciaal voor vrouwelijke ondernemers. “Die bieden zo veel meer dan werkplekken, ik krijg er ook nieuwe contacten.” Werkplekken moeten dus meer bieden dan alleen een tafel en een stoel voor de gunst van de werknemer en de corporate die moderner wil gaan werken. “Je hebt alleen kans als je echt iets toevoegt.”

Kijken we terug naar de wensen van toen, dan zien we dat die de noodzaak van nu zijn geworden. Verantwoordelijkheid, bijvoorbeeld, om zelf je werkplek in te kunnen richten en de vrijheid om te werken in een ruimte met gelijkgestemden.

Lees meer over communicatie op het werk: